Nederlands, Vlaams: Open Bible Stories

Updated ? hours ago # views See on DCS

48. Jezus Is de Beloofde Messias

Frame 48-01

Toen God de wereld schiep was alles volmaakt. Er was geen zonde. Adam en Eva hadden elkaar en God lief. Er was geen ziekte of dood. Dit was hoe God wilde dat de wereld zou zijn.

Frame 48-02

Satan sprak in de tuin door de slang om Eva te bedriegen. En toen zondigden zij en Adam tegen God. Omdat zij zondigden, wordt iedereen op aarde ziek en iedereen sterft.

Frame 48-03

Omdat Adam en Eva zondigden, gebeurde er iets veel erger. Ze werden vijanden van God. Als resultaat, is ieder persoon geboren met een zondige natuur en is ook een vijand van God. De verwandschap tussen God en mens was gebroken door de zonde. Maar God had een plan om die verwandschap te herstellen.

Frame 48-04

God beloofde dat één van Evas nakomelingen Satans kop zou vermorzelen en Satan zou zijn hiel verwonden. Dit betekende dat Satan de Messias zou doden, maar God zou hem weer levend maken en daarna zal de Messias de macht van Satan voor altijd vermorzelen. Vele jaren later, openbaarde God dat Jezus is de Messias.

Frame 48-05

Toen God de hele aarde vernietigde door de vloed, verschafte hij de boot om de mensen te redden die in hem geloofden. Op dezelfde wijze verdient iedereen voor hun zonden vernietigd te worden, maar God verschafte Jezus om iedereen die in hem gelooft te redden.

Frame 48-06

Gedurende honderden jaren, bleven priesters offeranden offeren aan God voor het volk om hen de straf te laten zien die ze voor hun zonden verdienden. Maar die offeranden konden hun zonden niet wegnemen. Jezus is de Grote Hogepriester. In tegenstelling met andere priesters, offerde hij zichzelf als het enige offer dat de zonden van alle mensen in de wereld kon wegnemen. Jezus was de volmaakte hogepriester omdat hij de straf op zich nam voor elke zonde door iedereen ooit gedaan.

Frame 48-07

God zei tegen Abraham, "Alle volken op de aarde zullen door u gezegend worden." Jezus was een nakomeling van Abraham. Alle volken zijn door hem gezegend, omdat iedereen die in Jezus gelooft gered is van zijn zonden, en wordt een geestelijke nakomeling van Abraham.

Frame 48-08

Toen God Abraham opdracht gaf zijn zoon Isaak, als offerande, te offeren, verschafte God een lam voor de offering, in plaats van zijn zoon Isaak. Wij verdienen allemaal te sterven voor onze zonden! Maar God verschafte Jezus, het Lam van God, als een offering om in onze plaats te sterven.

Frame 48-09

Toen God de laatste plaag zond over Egypte, gaf hij opdracht dat elke Israëlietishe familie een volmaakt lam moest slachten en het bloed bovenaan en aan de zijkanten van hun deurposten te strijken. Als God het bloed zag ging hij hun huizen voorbij en doodde hun eerstgeboren zonen niet. Die gebeurtenis wordt Pasen genoemd.

Frame 48-10

Jezus is ons Paaslam. Hij was volmaakt en zonder zonden en was gedood tijdens het Paasfeest. Wanneer iemand in Jezus gelooft betaalt Jezus bloed voor de zonden van dat persoon en Gods straf gaat dat persoon voorbij.

Frame 48-11

God sloot een verbond met de Israëlieten, zijn uitverkoren volk. Maar God heeft nu een Nieuw Verbond gesloten dat voor iedereen beschikbaar is. Want door dit Nieuwe Verbond kan iedereen, van elk volk, deel worden van Gods volk door in Jezus te geloven.

Frame 48-12

Mozes was een groot profeet die het woord van God verkondigde. Maar Jezus is de allergrootste profeet. Hij is God, en alles wat hij deed en zei, waren de daden en woorden van God. Daarom is Jezus ook wel het Woord van God genoemd.

Frame 48-13

God beloofde Koning David dat één van zijn nakomelingen voor altijd als koning over Gods volk zou regeren. Omdat Jezus de Zoon van God is en ook de Messias, is hij die speciale nakomeling van David die voor altijd regeren kan.

Frame 48-14

David was de koning van Israël, maar Jezus is de koning van het heelal! Hij zal weer terugkomen en zal voor altijd zijn koninkrijk met gerechtigheid en vrede regeren.

Een Bijbel verhaal uit: Genesis 1:3, 6, 14, 22; Exodus 12, 20; 2 Samuel 7; Hebreeën 3:1-6, 4:14-5:10, 7:1-8:13, 9:11-10:18; Openbaring 21